Aan het begin van ons uitvoeringsteam-overleg zorgt pionier Maarten voor het bezinningsmoment. Hij vertelt over zijn kennismaking met het werk van Henri Nouwen. Dat ging veel voor hem betekenen. Hij deelt met ons een gedeelte uit een boek, waaruit Nouwens grote voorliefde voor trapisten blijkt.
Net terug van het kloosterweekend in de trappistenabdij O.L.Vrouwe van Koningshoeven versta ik ‘trappisten’. Lijkt mij logisch: Nouwen – mysticus, lid van een kloostergemeenschap, met een voorliefde voor de trappist Thomas Merton.
Maarten leest hoe Nouwen vol bewondering schrijft over zijn gesprek met trapezewerker Rodleigh. Hij vertelt dat je alle salto’s en een goede sprong alleen kunt maken wanneer je je volledig toevertrouwt aan je partner die jou opvangt. Zonder twijfel, vol overgave. Nouwen zegt ontroerd: Net als trapisten mogen wij dat totale vertrouwen hebben – God zal ons opvangen.
Thuis grinnik ik na over mijn misverstaan. Ineens denk ik: het klopt! Trappisten zijn trapisten. Ik heb het dit weekend weer mogen ervaren. Hun leven van bidden, werken, stille tijd, hun soberheid en concentratie getuigt in stilte van een volledige overgave aan de Vanger.
Joke Westerhof